Welkom bij de oefentoets van Hoofdstuk 8
Liever deelnemen aan een klassikale examentraining? Klik hier voor de mogelijkheden!
Door uw e-mail adres in te vullen, ontvangt u de antwoorden automatisch in uw mailbox. Hiermee abonneert u zich ook meteen op relevante nieuwsberichten, gerelateerd aan Procesmanagement in de praktijk. U kunt zich op elk moment hiervoor afmelden!
Nu ook beschikbaar: Werkboek deel I en II
e-mail adres:
2.
Een pizzeria verkoopt dagelijks gemiddeld 1.000 pizza's. Om deze pizza's te produceren zijn twee medewerkers fulltime bezig met de bereiding. Zij gebruiken hiervoor 300 kg grondstoffen en water. De bedrijfsleider maakt maandelijks vooraf een roosterplanning, zodat de medewerkers weten wie wanneer moet werken. De bedrijfsleider heeft een contract gesloten met een uitzendbureau om ziekte van zijn medewerkers te kunnen opvangen. Om er zeker van te zijn dat de pizzeria voldoende grondstoffen in huis heeft, wordt één dag voorraad aangehouden. Tijdens het bakken controleert de medewerker de juiste temperatuur van de ovens en stelt hij deze eventueel bij. De pizza's worden pas geproduceerd als ze besteld zijn. Daarom heeft de pizzeria geen voorraad gereed product. Als de vraag in de winkel toeneemt, dan gaat een seintje naar de bereiding om de productie te verhogen. Bij bijzondere dagen, zoals koningsdag en andere feestdagen, is de gehele productie 50% hoger, waardoor alle prestatie-indicatoren met 50% worden verhoogd. De pizzeria heeft van zijn proces een standaard procesmodel getekend (zie hieronder).
Wat wordt er gemeten bij het symbool m4? Motiveer uw antwoord.
3.
De voorraad in een systeem kan worden berekend met: V(t) = V(0) + I(t) – U(t).
Wat betekent I(t) in deze formule?