Oefentoets hoofdstuk 4

U krijgt nu als oefentoets vijf random vragen. Als u uw email adres invult, ontvangt u de vragen, uw eigen antwoorden en de juiste antwoorden per email. Veel succes!

Welkom bij de oefentoets van Hoofdstuk 4

Liever deelnemen aan een klassikale examentraining? Klik hier voor de mogelijkheden!

Door uw e-mail adres in te vullen, ontvangt u de antwoorden automatisch in uw mailbox. Hiermee abonneert u zich ook meteen op relevante nieuwsberichten, gerelateerd aan Procesmanagement in de praktijk. U kunt zich op elk moment hiervoor afmelden!

Nu ook beschikbaar: Werkboek deel I

e-mail adres:
1. 

In onderstaande procesflowdiagram is het proces ‘Offertes uitbrengen’ weergegeven.



Bereken de procesefficiency (in procenten)?

2. 

In de maatschappij ontstaat soms onbegrip over de maatregelen die de politiek neemt voor maatschappelijke problemen. Politieke partijen realiseren zich daarbij dat zij de wens van de kiezer niet altijd juist verstaan.

Van welke GAP in het ServQual-model is hier sprake? Motiveer uw antwoord.

3. 

Een fabriek maakt railgeleiders voor ladesystemen (zoals keukenlades). De directeur van de fabriek wil zijn productieproces meer flexibel gaan inrichten. Hij kan dat doen door de input, de throughput en de output van het productieproces te flexibiliseren.

Geef van alle drie de mogelijkheden waarop de directeur het productieproces kan flexibiliseren één voorbeeld.

4. 

Een gemeente verzorgt het afhandelen van vergunningen met een gemiddelde doorlooptijd van 20 werkdagen. Gemiddeld genomen zijn er 100 aanvragen in behandeling. Er werken 10 medewerkers (FTE’s) bij de gemeente. De gemeentesecretaris wil graag weten hoeveel vergunningen er per werkdag worden afgehandeld.

Wat is de outputsnelheid van dit deelproces?

5. 

De directeur van een opleidingsbureau wil de tevredenheid verhogen van zijn studenten. Nu heeft hij zelf geleerd dat de tevredenheid wordt bepaald door het verschil van de ervaring van de klant en de verwachting van de klant. De directeur stelt dat de verwachting van elke individuele klant verschillend is en dat hij deze niet kan beïnvloeden. Hij moet zich dus wel richten op de ervaring van de klant, die hij wel kan beïnvloeden, simpelweg door de dienstverlening te verbeteren.

Klopt de stelling van de directeur, dat de verwachting van de klant niet te beïnvloeden is?


Klik op "Inleveren" om uw resultaten te zien!